Het systeem dooraderen

Op donderdagavond 17 november, terwijl de wind en regen om congrescentrum Antropia heen woei, namen zo’n vijftig deelnemers aan het netwerk Lokaal Voedsel Utrecht een deep dive in het thema biodiversiteit. Het bleek de perfecte manier om ook ándere spelers dan producenten en consumenten aan dit netwerk te binden, zoals Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, Kromme Rijn Landschap, de Wijkse Moestuin, Utrecht Natuurlijk en Voedselbos Haarzuilens. Aan de aanwezigen hoefde niemand meer uit te leggen hoe belangrijk biodiversiteit is en wat het betekent, zo bleek tijdens een korte peiling aan de start. Ook voor Eric van Veluwen, sinds 10 jaar directeur van Antropia en bekend voorvechter van biologisch en streekproducten, heeft biodiversiteit geen geheimen meer. Zo’n beetje alles wat hij in Antropia serveert, draagt bij aan wat hij noemt ‘intelligente eenvoud’. “Klanten vragen erom”.

Voor de minder ingewijden: biodiversiteit betekent ‘biologisch diversiteit’ ofwel een verscheidenheid aan leven op aarde, in allerlei vormen’. Dat houdt simpelweg in respect voor de natuur in al zijn vormen: een goede bodemgesteldheid, voldoende insecten, voldoende variatie in gewassen, geen gebruik van bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Om maar een paar elementen te noemen. Is dit een manier om meer mensen aan een lokaal voedselsysteem te binden? Dat was de zoektocht van de avond. Jan Degenaar van Voedselbos Haarzuilen merkt van wel. Een voedselbos met zo’n 200 gewassen op 5,5 hectare grond die in bruikleen is van Natuurmonumenten, ís alleen maar biodiversiteit. “Mensen kunnen er recreëren, maar ook een zelf-oogst abonnement nemen op de producten. Daar is veel belangstelling voor.” Zoveel zelfs, dat de initiatiefnemers van dit voedselbos denken dat dit een goed verdienmodel is voor het bos. Daarnaast merkt Jan dat er steeds vaker reguliere boeren een kijkje komen nemen. Er zijn redelijk wat boeren die overwegen om op een paar hectare van hun land ook een voedselbos te beginnen. Erbij dus, niet in plaats van. Een interessante ontwikkeling. Er zijn momenteel 11 officiële voedselbossen in de provincie Utrecht. Hoe ziet Jan de toekomst? “Ik denk dat we toe moeten naar een door-adering van het huidige landbouwsysteem, met zo’n 10% van de grond die als voedselbos wordt gebruikt”. Een interessant beeld: dus niet een vervanging van het huidige systeem, maar een dooradering.7b9dab91-09f3-f545-2bcb-24251d732cf1

Streekproductenlijn

Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug pakt het net weer anders aan. Zij experimenteren sinds een jaar of twee met een lijn streekproducten van boeren die onderdeel zijn van het Nationaal Park. Programmamanager Jeroen Heemsbergen merkt dat dit een prima manier is om het verhaal van biodiversiteit en landschap te vertellen aan bezoekers. De producten worden goed gewaardeerd door zowel producenten als bezoekers en andere Nationale Parken tonen inmiddels belangstelling. De producten brengen niet alleen geld in het laatje van boeren en park, maar vullen ook een fonds dat weer ingezet wordt voor méér biodiversiteit en beter landschap. Het mes snijdt dus aan meerdere kanten tegelijk. Toch is de relatie biodiversiteit-lokaal voedsel nog verre van een gelopen race. Het blijkt nog niet zo simpel om aan mensen uit te leggen dat zij door bepaalde producten te eten, een bijdrage leveren aan een mooi landschap en een levende natuur. Dat merkt ook Bas Cloo, die vanuit koksorganisatie Dutch Cuisine projectleider is van het project ‘Biodiversiteit op je bord’, waarbij koks enthousiast gemaakt worden om producten op het menu te zetten die hier een bijdrage aan leveren. Dus is een communicatiebureau op dit moment het verhaal hiervoor aan het uitbroeden. Tegelijk zijn er diverse groothandels al bereid om mee te doen en de producten dus op te nemen in hun assortiment. Goed nieuws! En er kwamen ook diverse producenten uit de zaal op af die graag hun biodiverse producten aan deze horeca willen leveren.

Mycelium

319110189_3385934835019455_5923794609122198627_nWat kunnen wij leren van de natuur’? was de vervolgvraag die Mark Frederiks, pionier voor lokaal voedsel van het eerste uur, voorlegde aan de zaal. Veel, zo bleek. Onder de grond en boven de grond gebeurt namelijk van alles. Mensen zijn als bomen: hun talenten als bladeren. Als die vallen voorzien ze de grond van een vruchtbare laag. Wat wij niet zien is het ondergrondse mycelium, een netwerk van schimmeldraden. Eens per jaar in de herfst, zie je daarvan de uiterlijke verschijningsvorm in de vorm van een paddenstoel. Maar mycelium is krachtig spul, waar pioniers in biobased materialen al hoge verwachtingen van hebben. En dat je dus ook als inspiratie kunt nemen als het gaat om het bouwen van netwerken. In een kring in de grote zaal gooiden wij vervolgens met bollen wol op het moment dat iemand zijn of haar talenten (produceren van voedsel, logistiek & distributie, platforms voor lokaal voedsel of anderszins) in wilde zetten voor het netwerk. Zo ontstond een wirwar van rode, zwarte en groene draden en kregen wij al snel allemaal het gevoel dat er voor een succesvol regionaal voedselsysteem niet zo heel veel meer nodig is dan ophalen wat er in het netwerk allemaal voor talenten aanwezig zijn, dat de kunst is die vooral met elkaar te verbinden om zo te werken aan een dooradering van het huidige voedselsysteem. Een opmaat voor een lokale, zelfvoorzienende voedseleconomie in de provincie zoals René Kwant (UU) suggereert? Dat zou nog eens een mooi toekomstbeeld zijn.

 

Deel dit artikel opTweet about this on TwitterShare on Facebook
2022-08-29LokaalvoedselUtrecht-NetwerkbijeenkomstEemlandhoeve-16
Wat kunnen wij leren van de natuur?