We zijn los geraakt van de natuur

Lisette Kreischer is wat journalist Rosanne Hertzberger ‘een kruidenvrouwtje’ zou noemen. Een sensitieve vrouw, die weet welk eten goed voor haar is. En die zich bezighoudt met het verleidelijk neerzetten van de plantaardige keuken. Met gave marketingacties zetten zij en haar compagnon Mark Kulsdom de afgelopen jaren The Dutch Weed Burger op de kaart. Zonder veel budget, maar met aansprekende ideeën en een hoop impact. “Ik wil nieuwe dingen losmaken in de wereld.”

De loopbaan van Lisette Kreischer start op haar 18e. Al het lijden en de onrechtvaardigheid in de wereld raken een snaar bij deze ondernemende tiener. “Het lukte me niet meer om dieren los te zien van ons mensen”, vertelt Kreischer in haar duurzaam verbouwde huis in Amsterdam-Noord. “Ik stond voor mijn gevoel aan de zijlijn van een derde wereldoorlog en wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Maar ik realiseerde me ook dat ik vrij was, dat ik iets kon doen en zo kon bijdragen aan een transitie. Door mijn aandacht te verschuiven van het dierenleed naar de fantastische eigenschappen van planten en mijn inzichten daarover te delen op een smaakvolle manier, hoopte ik mensen te inspireren om anders te gaan eten. Die simpele boodschap verpakte ik in Veggie in Pumps en in leuke beelden.” Met succes. Kreischer was een hippe foodblogger avant la lettre, maar zonder blog. Haar gids bracht zij al in 2008 op de markt, toen duurzaamheid nog het domein was van mannen met geitenwollen sokken. Zoals het een echte koploper betaamt, ontwikkelde zij zich in de jaren daarna continu. Met The Dutch Weed Burger, gemaakt van zeewier, trekt ze sinds 2012 een lange neus naar de fastfoodindustrie. Om zich in die tijd ook te storten op het schrijven van kookboeken. Allemaal vanuit het idee van Plant Power.

Hunkering naar de natuur

De jaren erna voelde ze de behoefte om nog dieper te graven en ging zij op zoek naar wat welbevinden eigenlijk is. “Dat is mijn 13938200_1087469524677802_6420028726225897744_okleine evolutie”, legt Kreischer uit. “Een soort hunkering naar de oermens in mijzelf. Ik wil wild and free zijn, maar wel midden in de samenleving staan. Desnoods in de stad. Dit verlangen heeft zich pas de laatste paar jaar ontvouwd. Ik was er zelf ook los van komen te staan. Terwijl ik het belangrijk vind dat wij, de dieren, de aarde, planten, zich allemaal goed voelen. Mijn hart doet zeer als ik bijvoorbeeld al die vrouwen zie worstelen met hun gewicht. Iedereen is op zoek naar het ideale gewicht. Maar wat is dat ideale gewicht dan? Dat is een plaatje dat is opgebouwd en gevormd door beelden om ons heen, door mooi en lelijk. Maar het gaat om je lichaam, waar je het mee moet doen tot aan je dood. Het gaat erom dat jíj je goed voelt. Ook en wellicht juist met een paar kilo meer. Hetzelfde geldt eigenlijk voor zeewier. Zeewier is een goed idee op een goed moment, het zet dingen in beweging. Maar het gaat niet alleen om zeewier, het is onderdeel van een groter verhaal. Een boodschap die gaat over de transitie naar een meer plantaardig dieet. Een dieet dat draagbaar is voor de aarde. We moeten anders naar voeding gaan kijken en hoe we voedsel kunnen produceren in samenwerking met deze planeet. Ik kan zeewier gebruiken als tool om nieuwe dingen in de wereld los te maken. Zeewier biedt mogelijkheden. Tegelijkertijd moet het hele beeld rondom voeding veranderen. Alleen zeewier telen en verder niets aanpassen binnen het voedselsysteem, dezelfde systemen toepassen van de afgelopen 60 jaar – dat is natuurlijk het probleem verplaatsen.”

Wat Kreischer als grootste probleem in ons voedselsysteem ziet? “Ik denk dankbaarheid. Het besef dat er iets is als een aarde, een levend, uitdijend organisme dat onderhevig is aan de natuurwetten met sterven en geboren worden. Ik zie het als holistisch, heel en volmaakt.” Dat besef is volgens Kreischer heel ver op de achtergrond geraakt. Mensen hebben zichzelf buiten die heelheid, die cirkel geplaatst. “Door ons geniale brein denken wij dat wij geen onderdeel zijn van het bodemleven, van de natuur, dat we niet hoeven te luisteren naar de wetten van de aarde. Als we dit beter zouden beseffen, de volmaaktheid van de aarde waar we op leven zouden respecteren en beter zouden luisteren naar die natuurwetten, zouden we anders met ons voedsel omgaan.” Dit uit zich volgens haar in hele simpele dingen: we hebben geen oog meer voor de seizoenen. De vlierbes, bijvoorbeeld. Die draagt bloesem in de lente. Die bloesem heeft een essentiële kracht die kan kwalen kan oplossen die wij in de lente hebben. Als we daar dus iets van gebruiken, niet alles, hebben we daar baat bij. Diezelfde vlier draagt bessen in de herfst, die goed zijn tegen kwalen die wij in de herfst hebben. Ze bevatten vitamine C en rode stoffen die ons lichaam versterken. Deze ‘lessen uit de natuur’ zijn volgens Kreischer al eeuwenlang gedocumenteerd. “We doen onszelf tekort. We creëren een lichaam, een robot haast, dat niet meer verbonden is met de natuur. We voeden ons met pillen om dat niveau hoog te houden en geven duizenden euro’s uit aan medicijnen. Piepen ondertussen over de prijs van goede voeding. Terwijl we ook hadden kunnen genieten van prachtig voedsel uit de natuur dat alles al in zich heeft, alles al bij zich draagt. En uitstekend smaakt, omdat het gegeten wordt in het seizoen waar het voor bedoeld is. We zijn losgeraakt.”

Werken vanuit compassie

Deze zoektocht naar de natuur, naar de essentie van ons welbevinden, leidde in eerste instantie naar woede, haar eigen woede. “10 jaar geleden dacht ik: iedereen vegan. Als iedereen het nu doet, dan is het probleem opgelost. Totdat ik me realiseerde: als ik het hier niet goed heb (wijst naar haar hart, red.), wat ben ik daar (wijst naar buiten, red.) dan aan het doen? Als er morgen vrede op aarde is, waar moeten al die activisten dan naartoe met hun woede? Wil je vanuit boosheid werken, het leed op je schouders nemen? Ik dacht: laat ik eerst eens beginnen met het opruimen van de rommel binnen in mij. En dan kijken hoe ik mij in de buitenwereld wil manifesteren. Ik wil werken vanuit compassie, omdat dat ondersteunender voelt voor mijzelf en alles om mij heen. Omdat het waarachtig voelt. Ik ben veel radicaler – radix betekent wortel, wist je dat? – geworden en kritischer naar systemen die ik zelf heb gebouwd, zowel intern als extern. Hoe kunnen die gezond zijn als ik zelf niet gezond ben? We moeten koersen op het welbevinden van alle individuen. Dus ik ben eerst gaan ontgiften, opruimen, afbreken, heb veel op mijn yogamatje gezeten en ben daarna een plan gaan schrijven over de toekomst van mijzelf, de wereld en de projecten die ik doe.”

DSC_7213-680x453Kreischer heeft zichzelf de laatste jaren volop gemanifesteerd. Met het hippe veganisme, met power uit planten en kruiden, met zeewier, met een veganistische burger die het buitengewoon goed doet op festivals en in de horeca. En sinds kort – juli 2017 – met The Dutch Weed Burger Joint, een eigen winkel in de Nicolaas Beetsstraat in Amsterdam. Dit alles met vooral veel goede ideeën en een haarfijn gevoel hoe ze haar publiek – overwegend moderne mannen en vrouwen tot 45 jaar – kan bereiken. “Ik ben er het meest trots op dat ik heb kunnen werken zonder al te veel financiële middelen. Mijn vader zei altijd: geld heb je niet nodig, we hebben boutjes en moertjes. Ik bakte mijn eerste cupcakes van lemairemeel zonder E-nummers. De molenaar vond het gek dat ik daarnaar vroeg, maar leverde het wel. Zo bracht ik een balletje aan het rollen. Een bakkerijtje bouwden we naast mijn ouderlijk huis in de schuur. Het was er schoon en dat was goed genoeg. Ik had alleen een werkblad en een oven nodig. Die oven kocht ik voor 500 euro. Hij heeft uiteindelijk 20.000 vegan cupcakes gebakken en daarna nog heel wat Weed Buns. Ook met zeewier werkte het zo. Daar waren oceaanactivisten mee bezig. Toen kwam de eerste partij, Zeewaar, erbij. Daarna kwam ik en ging er iets lekkers van maken. Toen werd Marcel Schuttelaar van adviesbureau Schuttelaar & Partners erbij betrokken en weer later maakte staatssecretaris Martijn van Dam er 5 miljoen euro voor vrij. Ik geloof niet dat geld altijd een drijvende factor is, maar het zegt wel iets. Het licht is er anders op gaan schijnen. Als je maar lang genoeg schijnt, gaan mensen het zien.”

Toch stond niet gelijk iedereen te juichen toen Zeewaar plannen bekendmaakte om zeewier te gaan telen. Bij de provincie bijvoorbeeld, heeft het heel wat bloed, zweet en tranen gekost voordat de dames er toestemming voor kregen omdat er alleen mosselenvergunningen bestonden. Kreischer: “Ik zou willen zeggen tegen zulke ambtenaren: sta open voor initiatiefnemers die aan je bureau komen. Laat je niet beperken door ‘zo hebben we het nu eenmaal altijd gedaan’. Er is een nieuw type ambtenaar nodig.” Ook banken rolden niet altijd de rode loper voor Kreischer uit. Het feit dat ze vrouw is, op hakken loopt en een boodschap over liefde verkondigt, zorgde er vaak voor dat de hand op de knip bleef. Die discriminatie zit diep in het systeem. “Een beetje meer lef en het herkennen van een goed verhaal, zonder vooroordeel”, dat wenst Kreischer ze toe. En zien hoe ze met de goede dingen ook geld kunnen verdienen. “Als ze jaren geleden hadden geïnvesteerd in zeewier of veganisme, dan hadden ze nu een goede omzet gedraaid. Goddammit, ga met de goede dingen geld verdienen!”

Veganisme is echt groot geworden

Ondanks dat niet iedereen er vanaf het begin in geloofde, is het aantal veganisten echt gegroeid. Restaurants zetten veganistischeIMG_6235 gerechten op de kaart, chefs benaderen haar voor inspiratie en bij Albert Heijn liggen diverse veganistische opties in de schappen. De grote hoeveelheid bloggers (in 2014 telde de Nederlandse Vereniging voor Veganisme er 55 die zich op die markt gestort heeft, draagt hier ongetwijfeld fors aan bij. “Vegan is booming”, vindt ook Kreischer. “Al die meisjes die er goed uitzien, in blakende gezondheid in plaats van met wallen onder de ogen, maken enorm reclame voor het veganisme. Maar het is zeker nog niet zo dat veganisme op de top is. Ik merk ook dat de beweging van vleeseters fundamenteler aan het worden is: er zijn mensen die vinden dat vlees eten fundamenteel bij ons mens-zijn hoort. Die zijn niet altijd even vriendelijk. Ze proberen veganisme kleiner te maken, te bagatelliseren. Ze vinden ons emotioneel, te betrokken. Op internet gaan die discussies er fel aan toe. Er worden bedreigingen geuit, het voelt soms als terreur. Maar ik weet: het zijn natuurwetten, hoe dit gaat is niet iemands schuld. Ik voel dat we naar een omslagpunt toewerken. Oude systemen en pionnen binnen de systemen zullen tot aan het ridicule toe vast proberen te houden aan het oude. Op een gegeven moment wordt het echt belachelijk en houdt het op te bestaan. Het lost op. Een beetje zoals Trump, hij is nodig om iets duidelijk maken. Maar het is ook eng, ik maak me soms wel zorgen. Hopelijk hoeft het niet eerst veel te erg te worden, voor het goede overwint.”

Wanneer gaan we dit veelgehoorde omslagpunt bereiken? Op die de vraag wil iedereen die in transities werkzaam is wel antwoord. En vooral ook: hoe bereiken we de consument? Kreischer hangt erg aan ieders individuele verantwoordelijkheid. “Chefs, restaurateurs, consumenten, supermarkteigenaren, het zijn allemaal mensen. Ze hebben allemaal macht, invloed. Als je al die mensen bij elkaar zet, heb je veel invloed. Als je de aarde serieus neemt, dan nemen individuen vanzelf hun verantwoordelijkheid. Dan verschuil je je niet meer achter ‘het systeem’. Daar wil je toch geen slaaf van zijn? Supermarkten zijn toch niet in dienst van het individu? Neem je verantwoordelijkheid, of je nu kassamedewerker of supermarktmanager bent, dan krijgen we andere schappen. ‘De klant wil het’, dat excuus daar zakt echt mijn broek van af.” Die individuele verantwoordelijkheid geldt wat Kreischer betreft ook voor de consument. Een overheid die een vlees-tax invoert? Te veel instandhouding van het oude systeem. Het helpt wellicht op korte termijn, maar wat er echt nodig is, is eerlijke marktwerking die ondersteunend is voor de aarde, in plaats van subsidies, regels en belastingen die een oude economie proberen de hand boven het hoofd te houden. De overheid moet volgens Kreischer de goede initiatieven ondersteunen. Hoopvol: “Het begint bij jezelf. Jij moet de knop in je hart vinden. Dat bewustzijn is gelukkig aan het groeien. De rest komt vanzelf.”

Dit interview is een fragment uit het boek VOER – vaart maken met de voedseltransitie. Nieuwsgierig geworden? Bestel hier het boek.

Fotocredits beeld Lisette Kreischer: Jonathan van Alteren.
Deel dit artikel opTweet about this on TwitterShare on Facebook
lisette kreischerhst9
Supermarkten staan toch niet in dienst van het individu?